SELECTEER (EEN DEEL VAN) DE TEKST EN DIE WORDT HARDOP VOORGELEZEN
Je kunt financieel bijdragen aan ons initiatief via bankrekeningnummer NL60 INGB 0104677945 t.n.v. Stichting Levenseinderegie. Bij voorbaat bedankt.
EUTHANASIE BIJ PSYCHIATRISCHE PATIËNTEN
Is er een wereld te winnen bij Euthanasie in de psychiatrie?
Tegenwoordig willen mensen levenskwaliteit en waardig sterven. Bescherming van het heilige leven tegen de klippen op is steeds vaker niet wat ze willen. Daarom is zeker twee derde van de burgers voor de eigen levenseinderegie (in 2019 zelfs 83%). Ook patiënten met ernstige psychiatrische aandoeningen vragen aan hun psychiater soms om Levenseindehulp. Nederlandse psychiaters worden echter terughoudender als het gaat om actieve Levenseindehulp. In 1995 bleek 47% van de psychiaters bereid Levenseindehulp te verlenen, in 2016 37%1. Waarom deze aarzelingen?
Een eerste probleem is het respecteren van de individuele autonomie naast de plicht het leven te beschermen. Veel psychiaters die dit dilemma ervaren, aarzelen bij een levenseindeverzoek.
Een tweede probleem is dat de psychiater die Levenseindehulp overweegt, volgens de huidige Euthanasiewetgeving zeker moet weten dat zijn patiënt medisch uitzichtloos en ondraaglijk psychisch lijdt. Factoren zijn de actuele situatie, de fysieke en psychische draagkracht en draaglast, het toekomstperspectief, en de persoonlijkheid van de patiënt. Psychiaters die dat beseffen, aarzelen bij een levenseindeverzoek, immers: alleen de patiënt kan zijn lijden, draagkracht, draaglast en niet-medische uitzichtloosheid beoordelen.
Een derde probleem is het onderscheiden van “abnormaal” (ziek) tot “normaal” (niet ziek) in een glijdende schaal. Daarvoor bestaan geen harde criteria. Ernstige psychische of psychiatrische pathologieën zijn abnormaal, dat is helder. Er is een reële kans dat de psychiater de Levenseindewens definieert met mogelijk ongeldige vooronderstellingen: een betrokkene is “geestesziek”, heeft geen inzicht in diens situatie, diens Levenseindeverzoek is onvrijwillig en een symptoom van een behandelbare psychiatrische stoornis. Een Levenseindewens uiten hoeft echter op zich geen symptoom van een psychiatrische stoornis te zijn. Doorbehandelen op basis van deze vooronderstellingen is een schending van iemands zelfbeschikking en moreel ontoelaatbaar. Voor psychiaters die dit beseffen, is dat mogelijk problematisch.
Een vierde probleem is dat psychiaters de neiging lijken te hebben om hun totale therapiearsenaal te willen gebruiken voordat ze menen dat de patiënt is uitbehandeld. Ook kijken ze uit naar nieuwe behandelmogelijkheden. Hopen ze op: “Misschien komt er binnenkort toch iets dat de patiënt kan helpen”, dan aarzelen ze bij een Levenseindeverzoek.
Een vijfde probleem knelpunten ten aanzien van de euthanasiewetgeving. Hans van der Linde somt deze op in Medisch Contact 14-15, d.d. 6 april 2023 . De belangrijkste zijn het vervolgingsbeleid van het OM, de belastende hoorzittingen bij de Regionale Toetsingscommissie Euthanasie, het uitwijken naar terminale palliatieve sedatie (niet altijd conform de wens van de patiënt) en het niet goed en alleen subjectief af kunnen grenzen van ondraaglijk, uitzichtloos, vrijwillig, weloverwogen en wilsbekwaam. Daardoor psychiaters aarzelen bij een Levenseindeverzoek.
De psychiatrische praktijk van Levenseindehulp blijkt daadwerkelijk weerbarstig.
Lijden aan een ongeneeslijke stoornis, angsten, depressie, vermoeidheid, eenzaamheid, slecht voor jezelf kunnen zorgen of de zin in het leven verliezen, kan tot een ongewenst doorleven leiden. Bv.: een patiënte leed al in haar kindertijd aan “spoken en ruisen” in haar hoofd. Zij merkte dat als haar lichaam lichter werd, het lichter werd in haar hoofd. Met anorexia werd zij op haar zestiende opgenomen. Ze zat in ziekenhuizen, GGZ en PAAZ en werd depressief. Wat zij nooit wilde, overkwam haar daar. Ze wilde sterven. In 2022 werd ze met een rechterlijke machtiging opgenomen. Ze moest van 23 kilogram aankomen tot 36 kilogram, dan zou ze wilsbekwaam zijn (is dat wetenschappelijk verantwoord?). Haar stem en Levenseindeverzoek werden genegeerd. Een lijdensweg. Haar lijden aan diverse psychiatrische stoornissen is ernstig en ondraaglijk, duurt langer dan twee jaar en haar werk, relaties, etc. zijn problematisch. Dat behoort voldoende te zijn voor Levenseindehulp.
Deze mensen moeten geholpen worden bij een Levenseindewens. Het hebben van een psychiatrische stoornis mag geen gevangenis voor de patiënt zijn, waarin die gedwongen een ongewenst leven moet lijden.
Psychiater Huub van Oosterom: “Een psychiatrisch patiënt zonder toekomstperspectief die uit het leven wil stappen, Levenseindehulp verlenen, is … bevrijden. Moordend is hem de middelen te onthouden om zacht en pijnloos op waardige wijze in te slapen”.
Wat brengt de toekomst?
Duidelijk is dat in 20161 slechts 37% van de psychiaters bereid was Levenseindehulp te verlenen, terwijl de psychiater in opleiding (Aios) veel positiever is. Van de Aiossen accepteert 89% Levenseindehulp voor psychiatrische patiënten; 73% acht het denkbaar zelf ooit Levenseindehulp te verlenen; 54% was het een beetje of helemaal eens met het overlaten van Levenseindehulp aan specifiek opgeleide psychiaters; 73% vond dat het persoonlijk referentiekader van de arts de beoordeling van ondraaglijk en uitzichtloos lijden grotendeels bepaalt; 81% vond dat psychiatrisch lijden soms moeilijk voorstelbaar is, maar Levenseindehulp niet mag belemmeren; 67% vond dat de opleiding tot psychiater onvoldoende aandacht besteedt aan existentiële vraagstukken en aan het onderwerp Levenseindehulp.
Een dialoog tussen de zittende psychiaters en de pas opgeleiden kan leiden tot het verbeteren van Levenseindehulp bij psychiatrische patiënten door psychiaters.
Wim van Dijk, psycholoog.
- Euthanasie en hulp bij zelfdoding bij psychiatrische patiënten; wat vinden aiossen psychiatrie? – Tijdschrift voor Psychiatrie Issue 2019, 4, 50-11905 G.E.M. Penders, A. van Nispen tot Pannerden, G. van Loenen, S. van de Vathorst, F.M.M.A. van der Heijden