Wil je na het lezen van deze pagina financieel bijdragen aan ons initiatief? Dat kan voorlopig op bankrekeningnummer NL37 INGB 0006711366. Vermeld: Bijdrage Levenseinderegie. Bij voorbaat bedankt.

Christenen en Levenseindehulp

Wim van Dijk; Eerste Hervendreef 17 5232JJ Den Bosch; 0651014410

wimfmvandijk@gmail.com Brabants Dagblad 4 januari 2024.

U kunt het artikel HIER downloaden.

Levenseindehulp en Euthanasie zijn beladen onderwerpen. Veel Christenen gaan er meestal van uit dat hun geloof beide niet toestaat. In het onderstaande beargumenteer ik met de hulp van Kuitert (1924 – 2017; theoloog; hoogleraar Dogmatiek en Ethiek Vrije Universiteit) dat vanuit de Bijbel en vanuit morele overwegingen Levenseindehulp en zelfdoding aanvaardbaar zijn.

Kuitert[1] analyseerde wat de Bijbel over zelfdoding vermeldt. Ik geef vier van de voorbeelden die hij noemt. Simson doodt zichzelf om Filistijnse vijanden te doden. Zijn familie begraaft hem als geloofsheld eervol (Richteren 16:23-11). Koning Saul en zijn wapendrager storten zich in hun zwaard na de verloren veldslag tegen David. De tekst suggereert geen misdaad. Integendeel: de lijken van Saul en zijn zonen worden gestolen van de Filistijnen en eervol begraven (Samuel 31:3-6). Achitofel en Judas verhangen zich: nergens staat dat zij met hun zelfdoding iets schandelijks hebben gedaan (Samuel 17:23; Mattheüs 27:3-5). Hetzelfde geldt voor alle in de Bijbel vermelde zelfdodingen. Bovendien geeft het Oude Testament met zijn gedetailleerde wetgeving opmerkelijk genoeg geen enkel voorschrift over zelfdoding of suïcidanten, evenals het Nieuwe Testament. Kuitert concludeert dat er geen enkele Bijbelse veroordeling van zelfdoding is. Ook Karl Barth[2] (1868-1968; vooraanstaand protestants theoloog) ziet geen uitdrukkelijk Bijbels verbod op zelfdoding.

Zonder zinvol levensperspectief was in de antieke wereld zelfdoding een moedige daad en Levenseindehulp geaccepteerd. De eed van Hippocrates verplichtte de arts geen moord in opdracht van een derde te plegen. Levenseindehulp geven was eervol en geen moreel probleem bij ondraaglijk lijden (fysiek, psychisch of aan een vervuld leven). Het was in de Oudheid ondenkbaar de macht over de dood aan een arts te laten. De beslissing was aan degene die wilde sterven. Er was geen betutteling[3].

Desondanks hebben christelijke kerkvaders zelfdoding afgewezen met het zesde gebod: ‘Pleeg geen moord’ (Ex 20:13; Deuteronomium 5:17). Augustinus (354-430) interpreteert het gebod onjuist als moord én zelfdoding. In het Grieks staat er letterlijk vermoorden. Ook in de Hebreeuwse tekst betekent ‘doden’ vermoorden en staat niet voor zelfdoding. Een tweede argument zou Deuteronomium 32:29 zijn: ‘Ik laat sterven, ik geef leven’. Dit betekent echter niet een zelfdodingsverbod. Laten heeft als hoofdbetekenis[4]: veroorloven, niet verhinderen dat iemand een handeling verricht. ‘Ik laat sterven’ houdt simpelweg in dat God alle sterven laat gebeuren, inclusief zelfdoding. Door Thomas van Aquino (1225-1275) is de christelijke afwijzing van zelfdoding als zonde tegen jezelf (‘tegennatuurlijk’), de maatschappij (‘economisch verlies’) en God bepalend gebleven. De eerste twee zijn subjectief en de laatste is onterecht, omdat de Bijbel nergens zelfdoding als misdaad, schande of zonde beoordeelt.

Mensen mogen niet worden gedwongen tegen hun zin door te leven. Het Nederlandse recht en het Europese Hof van de Rechten van de Mens (EHRM) onderschrijven dat ieder het morele en juridische recht op zelfdoding heeft. Het ongebruikelijke is dat in Nederland zelfdoding niet strafbaar is, maar Levenseindehulp wel. In 1886 werd Levenseindehulp strafbaar gesteld als schending van de eerbied voor het menselijk leven, ongeacht het motief van de dader. Haar huidige instandhouding wordt aangemerkt als een ‘verbijzondering van de algemene eerbied voor het menselijk leven’. Maar vanaf 2011 wenst in 10 enquêtes 64%[5] tot zelfs 83%[6] van onze burgers de eigen Levenseinderegie. De wet moet berusten op wat deze duurzame meerderheid aanvaardbaar vindt. Moreel handelen is je afvragen of gehoorzamen aan een bepaalde wet moreel verantwoord is. De moraal is immers afhankelijk van de tijd, plaats, gemeenschap, cultuur, religie, etc. Daarom kan elke wet veranderen (bijvoorbeeld via Burgerlijke Ongehoorzaamheid). Ondanks dat de (christelijke) Sanctity of Life voor de meerderheid de Quality of Life is geworden (het leven is te evalueren, mogelijk leidend tot zelfdoding), handhaaft de wetgever de Sanctity of Life doctrine.

Het EHRM erkent het individuele recht om zelf te bepalen hoe en wanneer te sterven in het recht op eerbiediging van het privéleven (art 8 Europees Verdrag Rechten van de Mens), mits de betrokkene zijn belangen redelijk kan waarderen. Zodra zelfdoding een grondrecht is, kan de ‘onaantastbaarheid van het menselijk leven’ geen reden meer zijn om Levenseindehulp te verbieden. Echter: binnen de ‘margin of appreciation’ mag een staat bepalen welke uitzonderingen zij maakt voor wel een verbod op Levenseindehulp. Nederland gebruikt een restrictieve Euthanasiewetgeving die de meerderheid van de burgers verwerpt[7].

Conclusie: vanuit de Bijbel en morele overwegingen zijn zelfdoding en Levenseindehulp aanvaardbaar.

Reactie op Christenen en Levenseindehulp

Peter Nissen Brabants Dagblad 4 januari 2024 (op dezelfde opiniepagina).

De Bijbel geeft het antwoord niet

Is hulp bij zelfdoding, of vriendelijker geformuleerd levenseindehulp, vanuit de Bijbel aanvaardbaar? In zijn opinieartikel wil Wim van Dijk aantonen dat dit zo is. Hij doet daarmee eigenlijk precies hetzelfde als orthodoxe christenen doen die zichzelf als zeer bijbelgetrouw beschouwen: hij zoekt in een boek dat meer dan tweeduizend jaar oud is pasklare antwoorden op vragen van deze tijd. Ik denk dat dit een omgang met de Bijbel is waarmee wij deze bibliotheek van boeken, 66 in de protestantse telling en 73 in de rooms-katholieke, geen recht doen. De Bijbel is geen Wikipedia, geen encyclopedie waarin je even snel kunt opzoeken hoe iets zit wanneer je het zelf niet meer weet. De Bijbel is een bonte verzameling van boeken in heel uiteenlopende genres, sommige verhalend, andere dichterlijk, weer andere onderwijzend, regelgevend of profetisch. Als in het boek Prediker gezegd wordt ‘Niemand heeft macht over de dag waarop hij sterft, geen mens ontvlucht het slagveld van de dood’, dan is dat geen moreel verbod op zelfdoding, maar een dichterlijke verzuchting over het feit dat de dood onverwacht kan komen en dat niemand er uiteindelijk aan kan ontsnappen.

In kerkdiensten zeggen we wel eerbiedig, na een voorlezing uit de Bijbel, ‘zo spreekt de Heer’ of ‘Woord van God’. Maar iedereen beseft dat het woorden van mensen zijn die worden voorgelezen, mensen die wel door God zijn geraakt, maar het blijft mensentaal, historisch en cultureel bepaald en beperkt. Je kunt er dus niet even snel een antwoord in zoeken op je actuele morele probleem. De teksten zijn getekend door de tijd en de cultuur waarin zij zijn ontstaan. Dat is ook het geval met de zelfdoding van Simson, Saul en Judas. Het zijn verhalen, geen aanwijzingen voor morele richtlijnen. Verhalen die te denken geven, maar dat denken moeten wij vooral zelf doen. Dat doet de Bijbel niet voor ons.

Het antwoord op de vraag of levenseindehulp in religieus opzicht aanvaardbaar is, hangt niet alleen af van hoe je met de Bijbel omgaat, het hangt vooral af van hoe je tegen de relatie tussen God en mens aankijkt. In de gereformeerde traditie die teruggaat op Calvijn, staat de soevereiniteit van God voorop: God bepaalt alles. Hij bepaalt dus ook begin en eind van het menselijk leven. Het is niet aan de mens om daarin in te grijpen. Bij dit godsbeeld moet ik denken aan de humoristische Belgische film ‘Le Tout Nouveau Testament’ (Het Helemaal Nieuwe Testament) uit 2015. In die film woont God in een flat in Brussel. Hij zit daar in een kamer vol computers waarmee Hij alles regelt wat er in de wereld gebeurt. God als de CEO van de firma mensenwereld. Hij bepaalt achter zijn computer voor iedereen afzonderlijk wanneer en hoe hij of zij komt te overlijden.

Voor mij is God niet de Grote Regelneef die alles tot in detail bepaalt. Hij is de dragende grond van ons bestaan. Hij heeft ons tot leven geroepen met de gave van het verstand en met de uitdaging van de vrijheid. ‘De levende mens is de glorie van God,’ zei de kerkvader Irenaeus van Lyon al in de tweede eeuw. Dat betekent dat de menselijke waardigheid het grootste eerbetoon aan God is. Die waardigheid dient tot het uiterste beschermd te worden. Daar zijn humanisten, christenen en mensen van andere religies het doorgaans grondig over eens, met of zonder God als argument. Christenen kunnen daarbij nog bedenken: God heeft ons een verstand gegeven waarmee wij wetenschappelijke mogelijkheden hebben ontwikkeld om het leven draaglijker te maken. Dat geldt ook voor het levenseinde. Als het leven door lichamelijk of geestelijk lijden werkelijk ondraaglijk en mensonwaardig wordt, draagt het ook niet meer bij aan de glorie van God. De ontwikkeling van de medische wetenschap maakt het dan mogelijk om de menselijke waardigheid te dienen, bijvoorbeeld door palliatieve zorg of door levenseindehulp. Wanneer dat punt is aangebroken, is niet in de Bijbel te vinden, al wordt daar regelmatig van mensen zoals Abraham, Isaak en Job gezegd dat zij ‘der dagen zat’ zijn, zoals de oude Statenvertaling het zei, of ‘verzadigd van het leven’, zoals de Nieuwe Bijbelvertaling meldt.

Niemand kan voor een ander bepalen of hij of ‘verzadigd van het leven’ is. Ook de Bijbel doet dat niet. Daarover kunnen wij alleen zelf een weloverwogen oordeel vellen. Dat oordeel zal een balans moeten vinden tussen onze vrijheid en onze waardigheid. Bijbelteksten kunnen ons daarbij aan het denken zetten, maar zij geven geen pasklaar antwoord. Behalve de gedachte, op bijna elke bladzijde van de Bijbel te vinden, dat wij ons geborgen mogen weten in de schoot van God, hoe wij ook komen te sterven.

Theoloog en kerkhistoricus Peter Nissen is hoogleraar kerkgeschiedenis, spiritualiteitsstudies en oecumenica geweest aan de Radboud Universiteit in Nijmegen en de Universiteit van Tilburg.

[1] H.M. Kuitert Suïcide, wat is er tegen? Zelfdoding in moreel perspectief Ten Have/Baarn 1983.

[2] K. Barth Kirkliche Dogmatik III, 4 Zürich/Zollikon1951

[3] https://www.historischnieuwsblad.nl/nl/artikel/6056/euthanasie-in-de-oudheid.html Anton van Hooff 2003; en Samuel J.Hirsch, proefschrift 1882.

[4] Van Dale Groot woordenboek der Nederlandse taal.

[5] Memorie van Toelichting Concept Wet Voltooid leven Pia Dijkstra Memorie.pdf

[6] https://www.welingelichtekringen.nl/anp/stemwijzer-in-eerste-uren-al-125-000-keer-ingevuld

[7] Motivaction Onderzoek juli 2023 Motivaction Altern Euth-wet – Rapport def.pdf